vrijdag 29 april 2011

Raleighvallen

Vorig weekend ben ik voor 4 dagen naar de Raleighvallen geweest. Dit is een gebied van watervallen en stroomversnellingen op zo’n 200 km ten zuidwesten van Paramaribo. 
De ligging van de Raleighvallen op de kaart van Suriname.
Gepakt en gezakt met voldoende kleren, stapschoenen en hangmat vertrokken we met 2 busjes richting de jungle. Het was een hobbelige rit van wel 4 uur waarbij het oranje zand (afkomstig van de bauxiet in de grond) doorheen de bus stoof. Na de busrit werd al ons gerief en het eten en drinken (lees: heel veel eten en drinken) overgeladen in 3 korjalen. 
Een man op wandel met zijn vogeltje, een doodnormaal straatbeeld in Suriname.

Onze 3 korjalen.
Vervolgens vaarden we meer dan 2 uur op de Coppenamerivier  en  genoten we van de eerste junglegeluiden en de prachtige natuur langs de oevers van de zuiverste rivier van Suriname. Het water is niet helder blauw, maar het is wel zo zuiver dat je er van kan drinken.

Varen op de Coppenamerivier.
Uiteindelijk kwamen we aan op ‘Funghu-eiland’, waar we zouden eten en slapen. Weer moest al het gerief worden uitgeladen, maar via ‘een doorgeefketting’ was dit vrij snel gebeurd. Vanuit ‘onze slaapkamer’, een grote kamer waar 16 hangmatten konden worden opgehangen aan de houten balken, had je een prachtig uitzicht over de rivier en de omgeving.

Onze slaapaccomodatie op Funghu-eiland.
De slaapzaal.
Het uitzicht vanuit onze slaapzaal.
Ondanks dat we een hele dag onderweg waren geweest, was er slechts heel even de tijd om afkoeling te zoeken in de rivier want we mochten vrijwel meteen aan tafel. Na het eten werd de planning voor de volgende dagen overlopen en aangezien het vermoeiende dagen zouden worden, ging iedereen vrij vroeg slapen.
Met stapschoenen, een lange broek, een rugzak vol eten en water, én mijn fototoestel was ik de volgende morgen helemaal klaar voor de beklimming van Voltzberg, een van de graniettoppen die boven het oerbos uisteken. Deze kale berg is 240m hoog en bereik je na een 7 km lange tocht door de jungle. De wandeling was lang, heet en vermoeiend, maar dit werd goedgemaakt door de vele soorten bomen, vogels, kikkers, kleurrijke vlinders en de slinger- en doodskopaapjes.
Een slingeraap in de jungle.
De ananasplant.

Een rare boom in de jungle.

Onderweg naar de Voltzberg, die je op de achtergrond kan zien.
Na een wandeling van 4 uur bereikten we de voet van de berg. De beklimming zelf was vrij steil en niet zo lang, dus op 20 minuutjes waren we boven. Daar genoten van een prachtig uitgestrekt uitzicht over de jungle. We rustten even uit op de top van de berg en begonnen daarna weer aan de afdaling. Deze was, door de steilheid van de berg, lastiger dan de beklimming. Beneden vulden we ons lichaam aan met voldoende suikers en water en vervolgens begonnen we weer aan een 4 uur durende terugtocht doorheen de jungle. Nu geen berg meer als doel, maar wel een verfrissende waterval.

De beklimming van de berg.
Op de top van de Voltzberg met Thomas, Joke en Henrieke.
Genietend van het uitzicht over de jungle.
Uitgehongerd en doodmoe kwamen we bij schemering weer aan op Funghu-eiland. Na het douchen en avondeten was het al snel laat en ook vandaag kropen we niet te laat in onze hangmat want morgen volgde dag 2 doorheen de jungle.

Chloë in de hangmat.
Op zondag stonden de moedervallen op de planning. Dit is de grootste stroomversnelling van het gebied. Ook hiervoor moesten we eerst een eind wandelen door de jungle, maar vandaag werd de bestemming gelukkig al na een uur en half wandelen bereikt. Onderweg kregen we veel uitleg van onze gids Patrick over de verschillende planten en dieren die we tegenkwamen. De moedervallen waren geen hoge watervallen, zoals de meesten hadden verwacht, maar het was wel een zeer grote prachtige stroomversnelling. Jammer genoeg bleef het enkel bij kijken, aangezien de stroming hier te snel en dus veel te gevaarlijk is.

De moedervallen.
De uitstap naar de moedervallen duurde slechts een halve dag, dus nadien hadden we nog ruim te tijd om te gaan zwemmen in de stroomversnellingen aan ons eiland. Na het eten stond er nog een wandeling rond het Funghu-eiland op de planning en bij schemering gingen we vogels spotten bij de airstrip. Meer dan tweederde van de in Suriname bekende vogelsoorten komen immers voor in de Raleighvallen, waaronder de felgekleurde ara’s, de blauwe ijsvogel, het oranje rotshaantje en de toekan.

Een toekan.
De doodskopaapjes voederen met stukjes banaan.
De 'heilige boom', een van de grootste bomen in de jungle.
Een baby-tarantula in zijn web.
Chloë en de tarantula.
’s Avonds kregen we een optreden van ‘de Raleighboys’ en praatten we gezellig na aan het kampvuur op de oever van de Coppenamerivier.
De Raleighboys.
We sloten onze laatste ochtend op Funghu-eiland ‘puur natuur’ af want er kwam geen druppel water uit de kraan van het waterzuiveringssysteem en ook ons flessenwater was op. Gelukkig was er nog de rivier waarin we ons konden verfrissen en waaruit we drinkwater konden halen.
Met een beetje spijt namen we afscheid van het prachtige Funghu-eiland en de rustgevende jungle om weer terug naar de drukte in Paramaribo te vertrekken. Onderweg genoten we op de boot van de felle zon, het geluid van de apen en vogels en we hadden zelfs het geluk om een zwemmende ocelot (katachtige) tegen de komen. (Dit was zelfs bijzonder voor onze gids.) Helemaal tevreden stapten we de bus in voor een weer 4 uur durende terugrit naar de stad.
Doeidoei jungle, je was prachtig en onvergetelijk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten