dinsdag 29 maart 2011

Oh lieve kleine piranha...

De weken vliegen hier voorbij en ons vijfde weekend in Suriname zit er ook weeral op!
Zaterdag was het schoolwerk-, was- en kuisdag, maar zondag hebben we dit dagje goed gemaakt met een bezoek aan het Brokopondomeer.

Het Brokopondomeer is geen natuurlijk meer. Het is ontstaan door de bouw van een hoge dam in de Surinamerivier. Daardoor liep het gebied achter de dam onder water. De stuwdam, één van de grootste ter wereld, werd gebouwd om aluminiumsmelter ‘Suralco’ van elektriciteit te voorzien voor de verwerking van bauxiet.
Aangezien het destijds te duur was om het regenwoud te kaalkappen, steken nog altijd kale boomtoppen boven het wateroppervlak uit.
Toen het gebied onder water liep nadat de dam klaar was, verdwenen ruim 30 bosnegerdorpen in het water.

De 'verdronken bomen' in het Brokopondomeer (1).
De 'verdronken bomen' in het Brokopondomeer (2).
Brokopondo is ongeveer een uur en half rijden van Paramaribo. Onze taxichauffeur had voorgesteld om ons mee te nemen naar het meer als hij met zijn vrienden zou gaan vissen. We bedankten hem voor het vriendelijke voorstel, maar zeiden dat vissen toch niet zo ons ding is. Toch bleef hij zeggen dat het voor ons veel voordeliger zou zijn, dan met een touroperator en hij was er van overtuigd dat we het zeker tof zouden vinden. We lieten ons dan maar overhalen en zondag om 6u stond ‘de kleine’, onze taxichauffeur, met 2 vrienden en een busje klaar voor onze deur om ons op te pikken.

Nog half slapend vertrok ik met een dubbel gevoel richting Brokopondo. Hopend op mooi weer en een toffe dag, deed ik nog een uur mijn ogen dicht in de auto.
Maar eens aangekomen aan het Brokopondomeer verdronken mijn twijfels al gauw in het heldere water van het prachtige meer met ‘de verdronken bomen’.
De mannen regelden een korjaal en bootsman en met visstokken en onze boterhammen bij de hand waren we varensklaar.

Brokopondo: de vertrekplaats.

Lies en Marijke in de korjaal.

Het Brokopondomeer met Brownserg op de achtergrond.

Over het vissen hadden we toch nog enige twijfels dus we nestelden ons gezellig in de boot een genoten van de stralende ochtendzon (het was immers nog maar 8u ’s morgens).
Pas toen de mannen enkele piranha’s en een mooie groene talipa uit het water hadden gevist, begon het bij ons toch een beetje te kriebelen om het ook eens te proberen. De vreugde was groot toen ik al gauw de eerste piranha uit het water viste. En ook Marijke en Lies visten snel daarna een vis met scherpe tanden op.
Na een 15-tal piranha's vonden we dat het genoeg was geweest en genoten we nog even van de hoogstaande zon en het prachtige meer en tegen de middag keerden we weer huiswaarts.


De bootsman in 'vis-actie'.
Chloë en piranha nummer 1!

Een piranha heeft vooral géén scherpe tanden...
Thuis volgde natuurlijk het minder leuke werk. De mannen zouden de graat uit de vissen halen, maar wij moesten onze vangst zelf kuisen. Ne een gevecht met de  glibberige beesten, zijn ze toch proper en klaar om te bakken in de diepvries geraakt.

's Avonds kropen we doodmoe ons bed in want de dag erna was het weer vroeg opstaan voor een nieuwe lesdag!

'Doei' lieve kindjes van de 2e klas, 'hallo' zorgproject...

Zoals de meesten onder jullie wel weten, heb ik de voorbije 2 weken stage gedaan in het 2e leerjaar.  Aangezien allebei de leerkrachten me eens wilden bezig zien, hadden we besloten dat ik de eerste week in 2b zou lesgeven en de tweede week in 2a.
Van de eerste stageweek in 2b had ik al een kort verslag op mijn blog gezet.

Jullie konden reeds lezen dat ik de stage in 2b tof heb kunnen afsloten met de viering van Holi Phagwa, maar dat het in het begin toch niet allemaal van een leien dak liep.
Over de stageweek in klas 2a had ik een geruster gevoel.
De juf had me al meerdere malen gezegd dat ze er al naar uitkeek dat ik les kwam geven en dat ze zo graag eens een maand een kijkje zou willen komen nemen in een Belgische school.  In deze klas kreeg ik dus de kans om iets meer los te komen van de Surinaamse manier van lesgeven. Althans, dat dacht ik toch.

Maar hoewel de juf zeer benieuwd is naar het onderwijssysteem in België, vond ze het toch heel belangrijk dat ik lesgaf precies op de manier zoals zij dat doet. Ik begrijp dat kinderen structuur nodig hebben, en dat sommige gewoonten moeten worden blijven behouden voor de kinderen omdat het anders te verwarrend wordt. Maar langs de andere kant wou ik ook heel graag de kans krijgen om toch een beetje mijn eigen ding ook te doen.
Wat me het meeste stoorde was dat de juf voortdurend tussenkwam in mijn lessen. Ze zat vooraan aan haar bureau, gaf vaak opmerkingen over babbelaars  en meestal nam ze de leswisselingen voor zich (alsof ikzelf de schriften niet zou kunnen ophalen of uitdelen). Ik was me er zeker van bewust dat de juf dit goed  bedoelde. Het was een hele drukke klas en het verschil met het andere 2e was groot. Ik had, bijvoorbeeld, in beide klassen de motiveringsband en de bewegingstussendoortjes toegepast en het was eigenlijk best interessant om te zien hoe verschillend beide klassen hier op reageerden. In 2b waren de kinderen heel enthousiast en bijgevolg ook heel flink maar in 2a was de interesse in de band, en dus ook de motivatie om het goed te doen, heel wat minder groot.
 Ik weet dat de juf alleen maar wilde dat haar kinderen flink waren, goed luisterden en vooral niet te druk waren zodat op die manier het minder zwaar werd voor mij om les te geven aan deze drukke klas. Maar de juf had er niet aan gedacht dat ze hierdoor mijn gezag grotendeels wegnam. Zolang ze vooraan zou blijven zitten en opmerkingen zou blijven geven over de kinderen, zouden de kinderen haar als aansprekingpunt en leider van de klas blijven zien.

Op woensdag trok ik uiteindelijk mijn stoute schoenen aan en heb ik geprobeerd om op een zeer beleefde manier uit te leggen wat me van het hart moest. Hoewel ik schrik had voor haar reactie, begreep ze toch wat ik bedoelde.  Ik heb voldoende duidelijk gemaakt dat ik dit zeker niet slecht bedoelde, maar dat ik me op dat moment niet zo goed voelde als juf in de klas. Gelukkig begreep de mentor wat ik bedoelde en ze zei meteen dat ze hieraan helemaal niet gedacht had, maar dat het zeker waar was wat ik zei. Ze zei meteen dat ze de volgende dag achteraan zou gaan zitten en dat ze niet meer zou onderbreken tijdens mijn lessen. Toch benadrukte ik nogmaals dat ze me zeker en vast mocht onderbreken als ik iets fout of anders deed, want dat ik wel opensta voor opmerkingen zo dat ik er uit kan leren.

Een nieuwe dag, dus een ook een beetje een nieuwe start. En gelukkig viel deze zeer goed mee. Het verschil was groot nu de juf achteraan zat. De kinderen aanvaardden mij als leider van de klas en ze luisterden ook veel beter dan de voorbije dagen. Stiekem was ik toch een beetje blij dat ik mijn stoute schoenen had aangetrokken en gezegd had waarmee ik verveeld zat.

Ook in 2a werd vrijdag een leuke afsluitdag van de stage. Mijn mentor kwam pas opdagen na de eerste pauze, dus het was even genieten van enkel de klas en mij. Aan het einde was er voldoende tijd om nog te zingen en de leukste tussendoortjes van deze week nog eens opnieuw te doen.

Ik was zeer blij verrast toen de juf vroeg of de motivatieband en de ‘bewegingstussendoortjes-waslijn’ mochten blijven hangen in de klas. Ze vond het leuk en wou het zeker verder zetten.
Hier was ik heel blij om, want dat was waarvoor ik het gemaakt had. Fier reed ik huiswaarts, want het was me gelukt om iets ‘bij te brengen’ aan de juf hier.

De 'motivatie-tijdsband'.

De 'bewegingstussendoortjes-waslijn'.
Hoewel de stage in het begin een beetje moeizaam verliep, blik ik nu toch heel positief terug op deze twee weken stage. Ik heb geprobeerd om activerende en coöperatieve werkvormen toe te passen waar het mogelijk was. Het was eenvoudiger om activerende werkvormen toe te passen, dan coöperatieve en bijgevolg heb ik de eerste werkvorm dus meer toegepast dan de tweede.
Ik heb me zoveel mogelijk proberen aanpassen aan de Surinaamse manier van lesgeven, zonder onze eigen manier van lesgeven uit het oog te verliezen. Ik denk dat ik hierin een goed evenwicht heb gevonden. Ik vond het moeilijk om steeds geschikt didactisch materiaal te vinden, maar het was wel leerrijk om te zien hoe hier wordt lesgegeven met veel minder middelen dan bij ons.

Een les 'schrift'.

Chloë in actie tijdens de lesinstap 'de tafelkampioen'.
Ondertussen is het woensdag en zijn we gestart met het zorgproject. Dit wil zeggen dat Marijke en ik kinderen die het moeilijker hebben voor rekenen, taal of lezen apart of in kleine groepjes begeleiden. Met sommigen oefenen we leerstof die ze nog niet goed onder de knie hebben. Anderen krijgen dezelfde leerstof als de kinderen in de klas, maar doordat ze meer beurten en extra uitleg krijgen zullen ze de leerstof beter begrijpen.
De eerste week van dit project begeleid ik de kinderen van klas 1 tem. 3 en volgende week zal ik de kinderen van de bovenbouw begeleiden.
Hoewel enige flexibiliteit toch wel een vereiste is tijdens dit project verloopt alles tot hier toe vrij goed!
Aan het einde van dit project zal ik een verslagje posten over mijn ervaringen als ‘zorgjuf’!

Tot dan!

vrijdag 25 maart 2011

Over het Caraïbische Galibi..*

We zijn bijna toe aan een nieuw weekend maar we zijn het vorige weekend nog helemaal niet vergeten. 
Meneer John en mevrouw Lee, onze Surinaamse huurbazen (en bijna onze Surinaamse mama en papa geworden) kwamen een tweetal weken terug met het voorstel ons mee te nemen naar het schildpaddeneiland Galibi. Ze zouden voor ons alles regelen zodoende dat we het eiland op een goedkopere manier zouden kunnen bereizen, en dit als niet-toeristen. En dat vonden we meer dan prima!

Zaterdag was het dan zo ver! Het was 4 uur in de ochtend en we hadden net de slaap uit onze ogen gewreven met een ijskoude douche. Buiten een donkere hemel, fonkelende sterren en 20 graden. De taxi zal ons naar Albina brengen. Dit is een klein havendorp van waaruit de kleine korjaalbootjes (een uit een boomstam met de hand gesneden bootje) in alle denkbare richtingen vertrekken.



Voor we Albina bereikten, hadden we een bijna vier uur durende rit gehad over een weg die vele magen doet omdraaien. De weg is bekend en berucht sinds de volkenoorlog die hier 25 jaar geleden gewoed heeft. Een bloederige oorlog tussen Marronstammen en als het dan een keertje niet over religie, dan wel over grond. De weg toont de vele littekens van deze oorlog en ligt er op z'n zacht gezegd belabberd bij. Traag rijden is de enige optie. Aan de oever van de Surinamerivier in Albina kon je de grens van Frans Guyana bijna aanraken. De temperatuur steeg op die 4 uur naar een niveau dat we ondertussen gewend moeten zijn, maar ons nog steeds kan overvallen. 
De roep van de tocht met de boot klonk aanlokkelijk bij deze temperatuur. De boottocht voer ons langs de ongerepte natuur van Suriname, het ondoordringbare woud omringd door het bruine water van de Surinamerivier. Een aanblik die meer als typisch kan worden aanschouwt in de tropen. Minder aannemelijk zijn de tonnen afval die je langs de oevers ziet liggen en in het water ziet drijven. De twee vallen met elkaar niet te rijmen en zorgen onvermijdelijk voor een onbegrijpelijk houding en een sceptische blik naar de inwoners van Suriname die niet lijken te begrijpen dat de natuur hun bron van inkomsten is. De verplichte zwemvesten werden opengegooid, shorten werden opgerold en armen en benen werden ingesmeerd want de zon deed flink haar best vandaag.
Met de koreaal van Albina naar Galibi.
Na een klein uurtje bereikten we Galibi. Onze monden vielen letterlijk open van verbazig: dit was het Suriname dat we wilden zien. Verspreid over het witte zandstrand met palmbomen vind je de hutten van de inwoners. Er zijn geen auto’s, maar wel een ATV (quad) en er is geen elektriciteit na 22.00 (enkel een generator). Onze verblijfplaats voor twee dagen was een kreetje van enthousiasme waard. Een roze meisjeskamer waar in normale omstandigheden alleen een kind van 10 trots op kon zijn. Maar deze keer waren wij het die met drie stonden te popelen om de roze muggennetten naar beneden te halen.
Onze roze meisjeskamer.
Eens we ons een beetje hadden gesetteld kregen we van ons bootsman het verhaal over Galibi: Galibi is een dorp dat aan het hoofd een kapitein heeft. Je hebt over heel Suriname zo verschillende dorpen. Elk met hun eigen regels en wetten want een politiedienst kent men hier niet. Onze bootsman bleek één van de vier onderkapiteins te zijn. Hij vervult deze taak met veel bravoure samen met nog één mannelijke en twee vrouwelijke onderkapiteins. Het hele dorp is van Caribisch oorsprong en dat verklaart al meteen de sfeer op het eiland.
Op nog geen 20 meter van het water vind je de eerste bewoonde hutten.
Ontzettend trots dat we werden rondgeleid door de onderkapitein volgden we hem naar de plaatselijke 'zoo'. Hoewel het een vrij toeristisch tintje had, was het zalig genieten van de ondeugde kapucijnaap, de doodskopaapjes en luiaard Sabine die meer dan 20 uur per dag slaapt en zich laat dragen als een baby. Daarnaast zagen we everzwijntjes zo groot als een chiuaua. Geen handtasartikelen maar wel een hoge aaibaarheidsfactor. Niet zo een hoge aaibaarheidsfactor, ondanks pluizige poten, had de babyvogelspin. Naar mijn bescheiden mening het voorvoegsel ‘baby’ niet waardig. De angst nam deze keer snel de bovenhand en op veilig afstand bekeek ik het tafereel waarbij Marijke, John en Brahm de spin op de handen, armen en zelfs buik lieten lopen. Ze deden het met zoveel gemak dat ikzelf ook maar een poging ondernam om het beest op de hand te nemen. Toch was dit gemakkelijker gezegd dan gedaan. Snel een foto als ontegensprekelijk bewijsmateriaal voor het thuisfront en dan schudden maar tot het akelig geval niet anders kon dan naar de grond te springen. (Dit alles duurde hoogtens 3 seconden, maar het was meer dan lang genoeg voor mij!) Hetzelfde scenario herhaalde zich wanneer de wurgslag boven werd gehaald. Hiermee had ik echter minder moeite en ik moet zelfs toegeven dat de frisse slang in je nek deugd deed bij het warme Galibische weer.
Poseren voor de foto met een doodskopaapje op de arm.

Dé foto waar ik zo fier op ben.
Daarna kregen we een korte rondleiding in de plaatselijke juwelenshop. We kochten uiteraard souvenirs en een kleinigheid voor onszelf. Ongetwijfeld mooie kettingen gemaakt uit natuurlijk materiaal en opgesmukt met kunststofpareltjes. Nog even genieten van de zon en het water om daarna nog meer te gaan genieten van de kookkunsten van onze Surinaamse màmà.
Smullen van de nasi met kip à la Surinaamse màmà Lee.
Kort daarna vertrokken we met de korjaal naar het gebied op het eiland waar de reuzenschildpadden hun eieren komen leggen. De tocht naar deze plaats in het pikdonker deed ons lachen van zenuwachtigheid. Al snel zagen we één schildpad zich met ogenschijnlijke moeite het strand opslepen. Volgens onze onderkapitein gaat ze vervolgens op haar gemakje een grote kuil graven waarin ze haar eieren veilig zal leggen. Tijdens dit proces mag deze schildpad niet gestoord worden. Na het graven valt ze in een diepe trance en kan je van heel dichtbij gaan observeren. Het was de moeite waard om dit dier te kunnen aanraken. Veel minder leuk was het verhaal dat slechts één van de duizend eieren die gelegd worden effectief overleefd. Enerzijds zijn de eieren bedreigd door roofdieren en stropers, anderzijds door de mens die met kunstmatig licht in de avond de kleine diertjes landinwaarts stuurt en de weg naar de zee niet vinden.
Het schooltje in het dorp deed ons alvast plannen maken om hier een week terug te keren. Is het niet zo dat ze in het binnenland meer nood hebben aan onderwijs dan in de hoofdstad? Of moeten we het weekend in het toch wel toeristische Galibi eerst gewoon even laten bezinken...? Plannen maken en dagdromen kan alvast geen kwaad!
Galibi: zandstranden, palmbomen en hutten, ...
Kortom: Een zalig Caraïbisch weekend om nooit te vergeten!

*Met zeer grote dank aan Lies voor het uitschrijven van een prachtig verslag over onze trip naar Galibi!

Holi Phagwa

Vorige week vrijdag was het mijn laatste stagedag in klas 2b en die heb ik feestelijk mogen afsluiten! Op zondag 20 maart vierden de Hindoestanen in Suriname Holi Phagwa en op onze school werd dit vrijdag al gevierd. Het Holifeest is een Hindoeïstisch feest dat jaarlijks in de maand maart gevierd wordt. Het is een combinatie van en lentefeest, een feest van de overwinning van het goede op het kwade en een Nieuwjaarsfeest. Geen les en uniformen dus voor de leerlingen maar wel hun vrijetijdskleding en vooral veel gekleurd poeder.

Een dagje zonder uniform: de kinderen pronken met hun vrijetijdskledij.
Voor de eerste pauze heb ik met de kinderen een eigen versie gemaakt op het liedje 'de droomboom', dat ik eerder deze week aangeleerd heb. Er was ook nog tijd om enkele bewegingstussendoortjes, die we in de loop van de week hadden gedaan, nog eens te doen. Daarna was het tijd voor dé Holi Phagwamaaltijd, een heus eetfestijn in de klas: Roti met kip, Fernandez drank, chocoladecake en  popcorn. Hoewel het nog maar 9u30 was en mijn maag absoluut nog niet toe was aan al dit lekkers, schoof ik toch maar gezellig mee aan tafel. Roti is de bekendste maaltijd van de Hindoestanen in Suriname. Het is een combinatie tussen een wrap en een hartige pannenkoek. Daarbij wordt pikante (iets té pikant voor mij) kip met aardappelen gegeten. Je moet eerst een stukje van de roti scheuren en vervolgens neem je hiermee een stuk kip of aardappel tussen je vingers en eet je het zo op. Messen en vorken komen er dus niet aan te pas.
Ik probeerde de pikante roti te blussen met wat Fernadez drank*, maar het zoete goedje hielp niet echt. Gelukkig was het flesje water in mijn tas wel blussend'. (*Fernandez drank is dé populaire frisdrank (lees: soft) in Suriname. Je hebt het in de kleuren, rood, oranje, groen en geel. De kinderen zijn er dol op wat het is heel zoet. Of het goed is voor de tanden, dat betwijfel ik...)

Het 'Holi Phagwa-eetfestijn' in 2b.

Bruce geniet van het feestmaal: Fernandez-soft en roti met kip en aardappelen.
Na de maaltijd konden de kinderen niet wachten om buiten te gaan spelen met het poeder. Op deze dag mogen de kinderen 'Holi Phagwapoeder’ meebrengen en het op elkaar gooien. Je kan het poeder vergelijken met gekleurd talkpoeder. Eens het startsein van de speeltijd was gegeven, brak er een heus poedergevecht uit.
Spelen met Holi Phagwapoeder.
Dit was heel leuk om te zien, aangezien wij dit in België niet kennen. Natuurlijk mochten de 2 'Bakra'-juffen (blanke juffen) niet ontbreken aan dit poederfeest. In een mum van tijd had ik alle kleurtjes van de regenboog! De kans dat we dit feest slechts één keer zullen vieren is heel groot, dus onder het motto: 'Als je iets doet, doe het dan goed' lieten we ons helemaal ‘bepoederen’.

Ook wij werden helemaal 'bepoederd'.

Even poseren met de juffen van de tweede en de derde klas.

Eens thuis gekomen, moesten we natuurlijk eerst de douche in. Het meeste poeder ging er heel vlot af, maar sommige vlekken kreeg ik er niet af. Daar stond ik dan met een roze buik en een blauwe rug! Hopelijk zal de Galibische zee de plekken van ons lichaam doen vervagen...

Het was een hele leuke dag en een toffe afsluiter in klas 2b!


Klas 2b





maandag 14 maart 2011

Over regen en de eerste stagedag..

Vandaag heb ik eindelijk nog eens de tijd om een bericht op mijn blog te plaatsen!
De voorbije week heb ik geen berichten gepost omdat we hier niet zo’n benoemenswaardig spannende dingen hebben meegemaakt. Het heeft hier heel de week geregend (lees: gegoten)  en daarom zaten we een beetje vast op ons appartement. Erop uit trekken met de fiets met zo’n weer is niet echt veilig en het bussysteem en hun –trajecten begrijpen we toch nog niet zo goed. Steeds een taxi nemen, dat vinden we dan weer te duur. Maar we hadden best nog wel wat schoolwerk te doen dus we wisten ons wel bezig te houden.

"Het regent, het regent, de pannetjes worden nat..."
Ondertussen zitten onze observatieweken erop en hebben we al enkele korte besluiten kunnen trekken over het onderwijs in de Kudipsingschool. Wie interesse heeft, die kan ze hieronder lezen:
  • Sinds het begin van dit schooljaar is het vakonderwijs ingevoerd in de stageschool. Dit houdt in dat bepaalde vakken (geschiedenis, beeldende vorming, gym, rekenen, …) worden gegeven door een specifieke vakleerkracht. De vaste klasleerkracht geeft dan taal, lezen, schrijven, rekenen (soms), natuuronderwijs en zang en is wel steeds aanwezig. Ook wanneer een vakleerkracht lesgeeft aan de leerlingen. Op dat moment heeft de klasleerkracht dan tijd om te verbeteren of om voorbereidingen te maken.
  • Opmerkelijk is, maar wel zoals verwacht, dat het tempo heel traag is. De leerstof die zij hier op 1 uur behandelen, zien wij in België op een kwartier. Bovendien zijn er vele dode momenten die opgevuld kunnen worden door nuttige activiteiten. De leerlingen worden verwacht om deze dode momenten zelf in te vullen, maar ze mogen hierbij geen lawaai maken.
  • Van differentiatie is er nauwelijks sprake. Dit is jammer want er is echt nood aan differentiatie. Dat blijkt vooral uit de niveauverschillen tussen de leerlingen.
  • We hebben het gevoel dat de leerlingen niet gemotiveerd zijn. Ze maken hun huiswerk niet, negeren de opmerkingen van leerkrachten, maken hun oefeningen niet,… De leerkrachten denken dat het gebrek aan motivatie te wijten is aan de opvoeding van de leerlingen. De ouders verwennen hun kinderen omdat ze vaak alleen thuis zitten ’s middags en moedigen hen niet aan om hun huiswerk te maken. Maar het gezag van de leerkracht zou hier ook een bepalende factor kunnen zijn.
  • Wat ons het meeste zorgen baart, is het voedingspatroon van de leerlingen. Reeds van ’s morgens vroeg eten zij bami, frieten, snoep,… en drinken zij alle soorten zoete dranken behalve water. De leerkrachten weten ons te vertellen dat het vroeger niet zo was en dat het niet strookt met het pedagogisch project van de school maar dat ze de moed hebben opgegeven om er tegenin te gaan. Ook hier wijten ze het probleem aan het feit dat de leerlingen verwend worden door hun ouders. Wij vinden echter dat de leerkrachten niet het goede voorbeeld geven.
Dankzij deze observatieperiode konden we vandaag met een duidelijk beeld over het onderwijs in de Kuldipsingsschool aan onze stage beginnen.
Vol goede moed en fier op ons zelf gemaakt didactisch materiaal vertrokken we naar school deze ochtend. Maar aan het einde van de schooldag waren we echter al heel wat minder enthousiast. Hoewel de leerkrachten de voorbije weken heel vriendelijk en enthousiast waren tegen ons, waren ze vandaag heel streng. Ze waren niet echt enthousiast over onze aanpak van lesgeven en over het beloningssysteem en onze bewegingstussendoortjes, hoewel we er onze tijd en energie in hebben gestoken. We zijn een beetje geschrokken van hun reacties en opmerkingen. Maar we zijn naar hier gekomen om een wisselwerking te creëren tussen beide manieren van lesgeven en zeker niet om hier te komen zeggen hoe het dan wel zou moeten (want dat is voor iedere school anders). We hebben ons best gedaan om ons zo veel mogelijk aan te passen aan hun manier van lesgeven en, aangezien onze opdracht was ‘lesgeven met coöperatieve en activerende werkvormen’, hebben we af en toe deze werkvormen toegepast in onze lessen. Maar we proberen het positief te bekijken en weer met nieuwe moed vertrekken we morgen naar onze tweede ‘werkdag’. We werden echter van tevoren meermaals verwittigd dat ze hier niet steeds open staan voor onze ideeën maar dat je ze toch op een beleefde en vriendelijke wijze moet blijven uitproberen. En dit houden we steeds in ons achterhoofd.

Hopelijk zijn de volgende dagen dus wat leuker!

Chloë maakt een 'motiatie-tijdsband'.
Flink zo!
Dit weekend gaan we trouwens voor 2 dagen naar ‘Galibi’ naar de schildpaden kijken dus zodra ik kan, post ik een verslagje en foto’s!
Tot dan!

maandag 7 maart 2011

White Beach


Aangezien het al enkele dagen aan het regenen was en we zaterdag eindelijk wakker werden met een stralende zon, zijn we die dag op dagtrip naar White Beach gegaan. Dit is een aangelegd stuk strand langs de Surinamerivier op een uurtje rijden van Paramaribo-centrum.

White Beach

We love Suriname
We vertrokken heenwaarts met de taxi. ‘De kleine’, zoals men hem noemt, is ondertussen zo wat onze vaste taxichauffeur geworden. Hij is zeer vriendelijk en geeft ons vele tips en info. In de heenrit heeft hij ons zelfs een stuk van de nieuwe haven laten zien en is hij even gestopt in Domburg voor een foto.  Van de oude suikerplantage Domburg rest nu nog een lieflijk dorp met uitzicht op een rustieke bocht in de Surinamerivier. 
Domburg
 
Ergens onderweg...
In White Beach  leerden we nog enkele andere stagiaires kennen. Zij waren met het openbaar vervoer daarheen gekomen. Dit is veel goedkoper en bovendien duurt de rit niet zoveel langer. We beslisten om ook mee naar huis te gaan met ‘de staatsbus’, zoals ze het hier noemen. Het zijn kleine busjes waar plaats is voor ongeveer 25 mensen. Er zijn ook klapstoeltjes voorzien zodat er ook iemand per rij in de middengang kan zitten (met als gevolg dat als iemand achteraan wil afstappen, de helft van de bus moet rechtstaan of uitstappen). Ik vond het leuk om met de staatsbus te rijden omdat je zo in contact komt met de plaatselijke bevolking. 
rijden met het openbaar vervoer: 'de staatsbus'
's Avonds zijn we gaan eten in het Pannenkoek & Poffertjes Café. Hier hebben ze een uitgebreide kaart met zowel zoete als hartige pannenkoeken (ECHT iets voor mij dus!!!) Mijn Italiaanse pannenkoek met kaas, tomaat, olijven, champignons en oregano was ongelooflijk lekker. Omdat we allen eigenlijk wel genoeg hadden, maar toch niet konden weerstaan aan de heerlijke zoete pannenkoekengeur, namen we toch nog een portie kaneelpoffertjes om te delen. We sloten deze leuke dag af met een cocktail in de Zanzibar.
Een hartige Italiaanse pannenkoek in het Pannenkoek & Poffertjes Café
Zondag waren de grijze wolken alweer terug en hebben we voor school gewerkt, wat kleren gewassen en ons appartementje wat opgekuist, want ook dat moet gebeuren natuurlijk.
Vandaag zijn we aan de laatste observatieweek begonnen en gaan we alvast wat lessen proberen voorbereiden voor de eerste stageweek.
Ook iedereen in België alvast een fijne werkweek en een prettige vakantie voor al wie een weekje verlof heeft!
Tot blogs! 


woensdag 2 maart 2011

Het Surinaamse internet

Het heeft veel geduld gevraagd, maar het is me eindelijk gelukt om enkele foto's op mijn blog te plaatsen!
Zoals jullie al gemerkt hebben is de internetverbinding hier niet zo goed. Soms hebben we geen of amper verbinding en vooral op dagen dat het regent, lukt het ons niet om verbinding met het internet te maken.
Skypen  gaat meestal niet of heel traag. Ik zal dus zoveel mogelijk proberen om mijn blog aan te vullen en verder zal ik vooral mails sturen! Maak je vooral geen zorgen als jullie enkele dagen niets van me horen want waarschijnlijk is het dan aan het regenen! Maar alles gaat dus heel goed met ons hier!

Tot blogs!