maandag 11 april 2011

leesproject

Een 3-tal weken geleden ging het leesproject van start. Op aanvraag van het schoolhoofd heb ik in de plaats van een afvalproject een leesproject opgestart.
Tijdens de observatieperiode merkte ik al gauw waarom het schoolhoofd me deze opdracht had gegeven. Hoewel elke klas minstens een lesuur per dag lezen heeft, gaat lezen bij vele leerlingen nog heel moeizaam. De oorzaak hiervan is dat vele leerlingen een andere thuistaal hebben dan het Nederlands.
Ik viel een beetje uit de lucht toen het schoolhoofd me vroeg om een leesproject uit te werken, aangezien ik me had voorbereid op een ander project. Het eerste wat in me opkwam was ‘tutorlezen’, het gekende niveaulezen van bij ons in België. Toch vroeg ik enkele dagen bedenktijd vooraleer ik mijn idee ging voorstellen aan het schoolhoofd.
Maar hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik er van overtuigd werd dat ‘tutorlezen’ wel eens een stap in de goede richting zou kunnen zijn.
Ik ging naar het schoolhoofd met mijn idee. Ik stelde voor om het uit te proberen met de kinderen van de 2e en de 5e klas. De oudere kinderen begeleiden de jongere kinderen. Er worden kleine groepjes gevormd en de kinderen krijgen een plaats in een van de ‘leesklassen’. Zij vond het goed, dus ik kreeg groen licht. Verdere afspraken moest ik maken met de betrokken leerkrachten.
Vervolgens ging ik aan de slag en stelde ik mijn project voor aan deze leerkrachten. Ze waren bereid om mee te werken.
Eerst en vooral moest ik een overzicht krijgen van het individuele leesniveau van alle leerlingen. Normaalgezien gebeurt dit in België op basis van de AVI-testen. Aangezien ze hier niet werken met AVI-niveau’s en ik niet de tijd en de middelen had om deze testen af te nemen bij alle leerlingen, heb ik beroep gedaan op het inzicht van de leerkrachten in het niveau van de leerlingen. De betrokken leerkrachten bezorgden mij een klassenlijst met daarop het niveau van de leerlingen (sterk, middelmatig, zwak) aangeduid. Op basis van deze lijsten deelde ik de leerlingen in in leesgroepjes. Alle sterke of matige leerlingen van het 5e leerjaar werden leider van een leesgroepje met 1 of 2 leerlingen van het 2e leerjaar en eventueel nog een leerling van het 5e leerjaar.
Verder moesten we nog een moment vinden waarop het ‘leesuurtje’ wekelijks zou plaatsvinden. Het was niet eenvoudig om een geschikt moment te vinden dat paste voor alle deelnemende klassen, maar uiteindelijk lukte het wel. Het leesmoment zou elke maandag wekelijks het eerste halfuur na de eerste pauze plaatsvinden.
Vervolgens moest ik voldoende geschikte leesboekjes vinden die aansloten bij de verschillende leesniveaus van de leerlingen. De juf van de mediatheek selecteerde geschikt leesvoer en ik deelde deze boekjes in in 4 categorieën: zwak, matig, sterk, heel sterk.
De reserveboekje, gesorteerd per niveau.
Ik kocht leesmappen aan voor de leesgroepjes zodat hierin hun leesboek en een inventarisblad kon bewaard blijven.
De leesmappen
Ten slotte moest ik de leerlingen nog inlichten over het project. Ik ging in elke klas uitleggen wat de bedoeling was, hoe het leesuurtje zou verlopen en wat er specifiek van hen verwacht werd. Voor de leerlingen van het 5e was dit niet hetzelfde dan voor de leerlingen van het 2e leerjaar. De oudste leerlingen moeten de jongere kinderen begeleiden. Ze moeten hen veel leeskansen geven, ze verbeteren indien nodig en inhoudsvragen stellen. Het is de bedoeling dat de oudere leerlingen er mee helpen voor zorgen dat de leerlingen van het 2e leerjaar beter gaan lezen. Dit doen ze niet door de baas te spelen, maar door lief te zijn en hen te helpen waar nodig. Ondertussen krijgen de leerlingen van het 5e leerjaar ook meer leeskansen, en gaat ook hun leesniveau verbeteren.
Alles was geregeld en het materiaal was in orde dus ‘het eerste leesuurtje’ kon van start gaan.
Een sessie verloopt als volgt: De leiders van elke groep komen in de mediatheek de leesmap van hun groep halen (elke groep heeft een eigen nummer en dit staat ook op de leesmap). Vervolgens gaan alle deelnemende leerlingen naar hun leesklas. Elke groep heeft op voorhand een locatie gekregen waar ze altijd zullen lezen. Dit is ofwel in de klassen van het 2e leerjaar, ofwel in de klas van het 5e leerjaar, ofwel in de mediatheek. De leerkrachten van de deelnemende  klassen blijven in hun eigen klas en zien er op toe dat alles rustig en vlot verloopt. Ze mogen ingrijpen als het echt moet, maar het is de taak van de leiders om te zorgen dat hun groep rustig is en goed leest. Aan het einde van het leesuurtje schrijven de leiders op het inventarisblad in hun map welk boek ze gelezen hebben, de datum en tot welke bladzijde ze gelezen hebben. Op die manier kunnen ze de volgende keer verder lezen waar ze geëindigd waren.  Na de leessessie gaan alle leerlingen weer naar hun eigen klas. De leiders brengen de map eerst terug naar de mediatheek. Als ze hun map gewoon op de tafel leggen, dan is alles in orde. Leerlingen die een opmerking hebben, komen dit aan mij melden en leggen hun leesmap op een aparte stapel. Opmerkingen kunnen vb. zijn dat een boek te moeilijk of te gemakkelijk is, of het kan gaan over het gedrag van een leerling uit hun groep.  
Toch een beetje zenuwachtig nam ik de leiding over de eerste leessessie. Ik deelde de mappen uit en vervolgens ging ik zoveel mogelijk rond in alle deelnemende lokalen om te kijken hoe de sessie verliep en of alles in orde was. Ik was blij verrast toen ik merkte dat in de meeste klassen alles heel vlot verliep. Soms was er nog enige onduidelijkheid over het invullen van het overzichtsblad of het inruilen van boekjes die uit zijn, maar dat is normaal de eerste keer. Tenslotte is deze werkvorm nieuw voor zowel de leerlingen als de leerlingen.
Opgelucht blikte ik met een goed gevoel terug op deze eerste sessie.
Leessessie 1: in klas 2b.

Leessessie 1: in de mediatheek.
Na een leessessie worden alle leesmappen gecontroleerd, weer op nummer gestoken en op zijn plaats gelegd. Op deze manier ligt alles klaar voor de volgende sessie en kan deze vlot van start gaan. Alle overzichtsbladen worden geparafeerd en boekjes die te moeilijk, te gemakkelijk of uit waren die worden vervangen.

Ondertussen zijn we al twee weken, en dus ook 2 leessessies, verder en beginnen de kinderen en de leerkrachten steeds meer te wennen aan ‘het leesuurtje’. Voorlopig is er een kans dat dit project zal worden verder gezet wanneer ik weer terug in België ben, dus tijdens de volgende sessies is het de bedoeling dat ik mijn taak als leider in dit project stilaan overlaat aan de juf van de mediatheek, zodat  zij in de toekomst dit project kan leiden.

Hopelijk wordt dit project werkelijk verder gezet wanneer ik terug in België ben! Dat zou super zijn!  Duimen  jullie mee?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten