dinsdag 24 mei 2011

Doeidoei Sranan, mi lobi SU!

Ondertussen ben ik, na een zeer goede nachtvlucht, alweer twee dagen in België ! Dit wil zeggen dat mijn stage in Suriname er nu echt op zit en dat het tijd is voor de laatste sprint naar mijn diploma!
Ik heb genoten van een zeer leerrijke en onvergetelijke stage die voor altiijd een speciaal 'Suri-plekje' in mijn hart zal hebben en waaraan ik nog veel zal terugdenken!
Jammergenoeg komt aan alles een einde! Bij deze post ik dan ook een laatste berichtje op deze blog...

Maar dit kan ik natuurlijk niet doen zonder eerst een paar mensen te bedanken:

Dank u, mevr. Van Uytvanck, mevr. Van Cauteren en mevr. Rozenblad oor het mogelijk maken van deze onvergetelijke stage!

Dank u aan alle mensen die wafeltjes gekocht hebben en op deze manier onze projecten hebben gefinancieerd. Zonder jullie was het niet mogelijk om zoveel te realiseren!

Dank u, mama en William om me deze unieke ervaring te laten meemaken en er steeds te zijn voor mij!

Dank u, Jordy, broer & Ashley en mijn vriendinnen om me te steunen in alles!

Dank u, Marijke en Lies voor alle goede zorgen en de fijne herinneringen!

Dank u, aan alle kinderen en leerkrachten van O.S Kuldipsinghproject voor een onvergetelijke stage in Suriname! Jullie zullen voor altijd een speciaal 'Suri-plekje' in mijn hart hebben!

En natuurlijk..
Dank u aan alle mensen die mijn blog hebben gevolgd: Dank u voor jullie interesse en enthousiasme!

Dank u. Dank u. Dank u . Dank u!!!

Switie sranan, mi lobi joe!


Bedankt voor jullie steun, interesse en enthousiasme!


vrijdag 20 mei 2011

Over inpakken en afscheid nemen...

De teller staat op 1... Chloë komt weer naar huis!
Zoals jullie konden lezen in het vorige bericht hebben we gisteren al afscheid moeten nemen van onze stageschool. Vandaag volgt het pijnlijke afscheid van Suriname want ons laatste dagje in Paramaribo is immers begonnen... Wat is de tijd hier voorbijgevlogen!
De valiezen werden gisteren al ingepakt en ons huisje werd opgekuist. Vandaag gaan we dus nog zoveel mogelijk genieten van ons laatste fietsritje, onze laatste wandeling in de stad en onze laatste lunch in Zus&Zo..
Om 22u gaan we de lucht in en hopelijk landen we dan morgen rond 12u in Schiphol!

Tot morgen in ons belgenlandje!

Over de laatste dag in O.S. Kuldipsinghproject..

Gisteren was het onze allerlaatste dag in onze stageschool. 3 maanden lang hebben we gewerkt op deze school en werden we aanvaard in het team als echte 'Suri-juffen'. Het viel ons dan ook zwaar om afscheid te moeten nemen. We hadden hele morgen voorzien om rustig afscheid te kunnen nemen van elke klas, maar het afscheid nemen viel ons veel zwaarder dan gedacht! We werden bedankt met Surinaamse souvenirtjes en met ongelooflijk veel 'bigi brassa's' en aan het einde van de dag werden we uitgewuifd door de hele school.
Het werd een té ontroerend afscheid waarvoor woorden tekort schieten..

Allerliefste kinderen en juffen, we zullen jullie nooit vergeten!






Over 'een uitboldagje'..

Donderdag was onze laatste stagedag op de school en die hebben we 'al vervend' doorgebracht.
Tijdens de training over activerende didactiek enkele weken geleden, maakten we kennis met gekleurde houten kubussen die gebruikt kunnen worden tijdens zelfstandig werk.
Elke leerling krijgt een houten kubusje op zijn/haar bank. Zet je de kubus op je bank met de rode kant naar boven, dan wil dit zeggen dat je goed aan het werk bent en dat je niet gestoord mag worden. Zet je het blokje op groen dan ben je goed bezig en ben je bereid iemand te helpen die een vraag heeft. Er is ook nog een vlak met een vraagteken op. Staat dit naar de bovenkant gericht dan heb je een vraag en dan mag iemand anders van die klas, die zijn blokje op groen heeft, jou helpen.
De leerkrachten waren zeer enthousiast en wilden deze werkvorm tijdens zelfstandig werk graag toepassen, maar het probleem was dat er maar 20 blokjes aanwezig waren op de school en gemiddeld zitten er 30 kinderen in de klas.
Marijke en ik zijn bijgevolg naar een houtzagerij gegaan en hebben 60 blokjes laten zagen.
De blokjes stonden al een hele tijd op school, maar we hadden nog geen tijd gehad om ze te verven. Vandaag hadden we een 'uitboldagje' en dit was de ideale gelegenheid om ze een kleurtje te geven!
Nu kunnen de veel besproken blokjes eindelijk gebruikt worden!

Marijke verft de groene vlakken.

Chloë verft de rode vlakken.

De veel besproken houten kubusjes.

Vandaag was ook de dag dat de 'skoro karnti's' werden uitgedeeld. Dit is het schoolkrantje dat Marijke heeft gemaakt voor een van haar projecten. Het was heel leuk om te zien hoe enthousiast de leerlingen en de leerkrachten reageerden op het krantje. En terecht, want de 'skoro kranti' was knap gemaakt door juf Marijke! Een hele dikke proficiat daarvoor!

Tijdens het uitdelen van de 'skoro kranti's'.

Serencio leest nieuwsgierig in de schoolkrant.


Even snel doorbladeren en fotootjes kijken en dan weer verder werken aan de rekensommen..

Juf marijke en 6a met de 'skoro kranti's'.

zondag 15 mei 2011

What's in a name?

Hoe ver ik ook weg ben, Paramaribo doet me jullie niet vergeten..









zaterdag 14 mei 2011

Gymjuf Chloë..

Deze week heb ik de gymlessen van juf Sherita overgenomen voor de uitwerking van het project ‘SpeelMaatjes op school. Dit is een deelproject binnen het project speelplaatswerking waarbij ik de kinderen spelletjes aanleer die ze tijdens de speelpauze kunnen spelen. Hiermee hoop ik dat ze wat meer gaan bewegen, want het is opvallend dat ze dit nu niet doen. Meer uitleg over dit project volgt later in het verslag over het project speelplaatswerking.
Ik wou via deze weg gewoon even zeggen dat ik alle gymjuffen in Suriname die geen gymlokaal hebben, bewonder! Een hele week lesgeven in de felle zon met enkel ’s morgens een stukje schaduw van twee vierkante meter, is veel zwaarder dan het lijkt! Ik heb het zelf mogen ondervinden en ik moet eerlijk toegeven dat ik blij was dat het vrijdag was! Dit weer maakt de gymlessen ook heel uitputtend voor de leerlingen. Veel drinken en af en toe pauzeren is dus een must tijdens een gymles! Als ik heel veel geld had, dan liet ik onmiddellijk een afdak bouwen of een gymzaal… Maar daar kunnen juf Sherita en ik enkel over dromen…

Uitleggen van het spel '1, 2, 3... piano!'

Chinese voetbal

Tussen vuur en vlam

1, 2, 3... piano!

Schipper mag ik overvaren?

dinsdag 10 mei 2011

Over de stageperiode in het vierde leerjaar..

Maandag was mijn laatste stagedag in het vierde leerjaar en daarom volgt, zoals ik reeds een hele tijd geleden beloofd had, eindelijk het verslag over deze stage. Het is best een lang verslag, maar er was zoveel dat ik over deze stage kon vertellen (en dan heb ik nog niet alles verteld) en voordat ik het wist had ik enkele pagina’ s volgeschreven. Maar diegenen die niet zo’n fan zijn van de verslagen kunnen natuurlijk ook gewoon naar de foto’s kijken.
In functie van de training over ‘activerende didactiek’, die we enkele weken geleden hebben gevolgd, had ik met mijn mentor afgestemd om in mijn stage de verschillende werkvormen die tijdens deze training aanbod waren gekomen, toe te passen in mijn lessen. Op deze manier had de juf voldoende voorbeelden om de theorie nadien zelf in de praktijk om te zetten.
Op dag 1 van mijn stage in het vierde leerjaar stonden er bijgevolg enkele veranderingen, i. f. v. de training over activerende didactiek, op de planning. Eerst en vooral werd de klasopstelling veranderd. De 32 leerlingen werden in 8 groepjes van 4 leerlingen verdeeld. Hierdoor ontstonden er 8 ‘eilandjes’ in de klas, waarbij de kinderen twee aan twee over elkaar zaten.  Op deze manier kunnen coöperatieve werkvormen snel en efficiënt toegepast worden zonder dat alle banken verschoven moeten worden.
De nieuwe klasopstelling: 8 groepjes van 4 leerlingen.
Maar gezellig in groepjes van 4 zitten betekent ook dat de verleiding om te praten veel groter wordt. Om dit te vermijden had ik een motivatiesysteem rond het thema ‘Pasen’ uitgewerkt. De kinderen mochten van mij gerust in groepjes zitten, maar ze moesten weten dat hieraan enkele afspraken verbonden waren. Op dag 1 van mijn stage had ik bijgevolg ook tijd vrijgemaakt voor het opstellen van een afsprakenblad. Op een groot vel papier had ik een paashaas getekend. Samen met de kinderen stelden we 5 belangrijke afspraken op waaraan ze zich gedurende mijn stage moesten houden. Deze afspraken werden in de buik van de paashaas geschreven. Rond de paashaas werden 8 bladen gehangen, voor elke groep 1. Het was de bedoeling dat aan het einde van mijn stage op elk blad 5 papieren paaseitjes waren gekleefd, één voor elke afspraak. Groepen die een afspraak goed naleefden kregen van mij een paaseitje. De groep die als eerste 5 paaseitjes had verzameld, was gewonnen en werd beloond met wat lekkers. Hoewel ik wegens hun leeftijd en het geloof van sommigen een beetje schrik had voor het enthousiasme van de leerlingen over dit motivatiesysteem, viel dit zeer goed mee. Je zag dat de kinderen elkaar aanmoedigden om zich aan de afspraken te houden, zodat hun groep een paaseitje zou verdienen. Iemand die zich niet aan de afspraken hield, werd door zijn groepsgenoten op de vingers getikt. Dit vond ik positief en bijgevolg moest ikzelf minder opmerkingen geven.            
Het motivatiesysteem in het thema 'Pasen'.
 De papieren waarop de paaseitjes verzameld werden, kregen een dubbele functie doordat ik ze ook ging  gebruiken als ‘jubel- en klaagmuur’. Wanneer ik een opmerking had over een groep, of iemand van een groep, of wanneer ik iets positiefs te melden had, dan noteerde ik dit op het blad van die groep. Hierdoor ontstond de gewoonte dat elke morgen de kinderen eerste gingen kijken naar het blad van hun groep, alvorens ze op hun plaats gingen zitten. Ik merkte dat deze werkwijze een  positieve invloed had op het gedrag van de leerlingen en daarover was ik tevreden. 
Nog nieuw op dag 1 was de introductie van ‘het contractwerk’. De kinderen kregen enkele MOET- en MAG-opdrachten rond het thema ‘Pasen’.  Ze mochten zelf kiezen welke oefeningen  ze eerst wilden maken, maar de contractschriftjes moesten de dag voor de paasvakantie worden afgegeven en op die dag moesten alle MOET-opdrachten zeker gemaakt zijn. De leerlingen kregen 2 x een halfuur de tijd, ingepast in het lessenrooster, om in het schriftje te werken en verder werd er in het schriftje gewerkt op momenten dat ze moesten wachten of tijd over hadden. Het overnemen van de opdrachtenkader, die ik had voorgetekend en -geschreven aan het bord, was al een hele karwei die veel minder vlot verliep dan gedacht. Achteraf bekeken was dit te verwachten, want de kinderen hadden nog nooit van ‘contractwerk’ gehoord en ze hadden even de tijd nodig om alle informatie te verwerken vooraleer ze begrepen wat de bedoeling van het contractwerk was. Maarr na een dag waren de meeste leerlingen al zeer ijverig aan het werk in het schriftje op elk moment dat ze hiervoor de kans kregen.  Het was ook zeer leuk om te zien dat de kinderen eerst hulp vroegen aan elkaar wanneer ze een opdracht niet goed begrepen, voordat ze naar mij kwamen. Uit observatie en uit de correctie van de contractwerkschriftjes bleek dat de meeste kinderen de bedoeling van het contractwerk hadden begrepen. Wanneer ik aan de  kinderen vroeg  of ze in de toekomst nog contractwerk wilden, was het antwoord duidelijk ‘ja’. Dit vond ik zeer positief.
Tijdens mijn lessen in het vierde leerjaar heb ik, waar mogelijk, gebruik gemaakt van verschillende coöperatieve werkvormen zoals partnerwerk, het interview, de placemat, werken per vier met rollenverdeling (leider, schrijver, tijdsbewaker, presenteerder) en groepsoverschrijdend werken. Aangezien de kinderen voordien alleen zaten en de leerkrachten zelden gebruik maken van partner- of groepswerk tijdens hun lessen, vonden de kinderen dat natuurlijk leuk. Bij de meeste groepen verliep de samenwerking  goed, maar toch waren er enkele groepen waarbij dit in het begin niet zo vlot liep. De kinderen vroegen om te wisselen van groep, maar daaraan heb ik niet toegegeven. De kinderen moeten leren samenwerken met iedereen, ook al is dit niet eenvoudig. Naar het einde toe verliep de samenwerking ook in deze groepjes veel vlotter en uiteindelijk waren  ze fier dat ook zij wel konden samenwerken.
Partnerwerk tijdens de les aardrijkskunde.

Werken met 'de placemat' (1).

Werken met 'de placemat' (2).
 Zoals ik hierboven reeds geschreven had, heb ik gedurende mijn stage ook gebruik gemaakt van activerende werkvormen. Dit gebeurde via bewegingstussendoortjes op het niveau van de leerlingen, maar ook tijdens bewegingsactiviteiten in functie van de lessen. Via activiteiten zoals ‘de juf zegt …’, ‘doorfluisterspelletjes’, ‘galgje’, ‘ritmisch bewegen op kleuren’ en ‘dirigentje’ probeerde ik de aandacht en het enthousiasme van de leerlingen te verhogen.  Aangezien de leerlingen dit voordien zelden hebben gedaan, reageerden ze zeer positief op deze activiteiten en werkten ze goed mee.
Ondanks het feit dat mijn stageopdracht deels over coöperatieve werkvormen ging, heb ik ook een paar keer gebruik gemaakt van de werkvorm ‘zelfstandig werk’.  Het is immers niet altijd haalbaar om gebruik te maken van coöperatieve werkvormen en bovendien is het belangrijk dat de kinderen ook zelfstandig kunnen werken. Ook hierbij heb ik een werkwijze gehanteerd die aanbod was gekomen tijdens de training. Ikzelf heb deze werkwijze de naam ‘zelfstandig werk volgens het 3-kleurensysteem’ gegeven omdat dit handig was om op te schrijven in mijn stageagenda en bovendien kenden de kinderen dit begrip ook zeer snel en wisten onmiddellijk waarover ik het had als ik deze werkvorm aankondigde. ‘Zelfstandig werk volgens het 3-kleurensysteem’ verloopt als volgt: De juf hangt het draaibaar bord met 3 kleuren aan het bord. Eerst legt de leerkracht de opdracht(en) duidelijk uit zodat de leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen. Wanneer er geen vragen meer zijn, dan zet de leerkracht het bord op rood. Rood wil zeggen dat de leerlingen een vragen mogen stellen. Niet aan de juf en ook niet aan de leerlingen in hun groepje. De juf heeft op deze moment de tijd om extra begeleiding te geven aan een (of meerdere) zwakke leerling(en) en ze wil hierbij niet gestoord worden. Wanneer de leerlingen een vraag hebben, dan moeten ze deze onthouden en verdergaan naar de volgende opdracht. Na een tijd zet de leerkracht het bordje op oranje. De kinderen mogen nu nog steeds geen vragen stellen aan de juf, maar wel aan de kinderen uit hun groepje. Dit natuurlijk wel op voorwaarde dat het rustig en eerlijk gebeurt. Uiteindelijk komt het bordje op groen. De kinderen mogen nu vragen stellen aan zowel de juf als aan de leerlingen in hun groepje. De juf loopt nu rond in de klas, observeert en helpt waar nodig. Aan het einde van mijn stage in het vierde leerjaar  waren de kinderen gewend aan deze werkvorm en verliep dit heel vlot en rustig.
Tot slot heb ik in het vierde leerjaar ook enkele lessen over België gegeven. Dit gebeurde op aanvraag van de leerkracht aangezien er tijdens de lesdagen voor de paasvakantie toch geen  nieuwe leerstof werd aangebracht. Voor het opstellen van deze lessen ben ik begonnen vanuit de interesse van de leerlingen zelf. Ik heb hen eerst laten vertellen wat ze al wisten over België en wat ze graag zouden weten over België. Op basis hiervan heb ik een paar activerende lesjes over België gemaakt waarin ze hebben kennisgemaakt met het koningshuis, enkele belangrijke gebouwen en bekende personen, strips, chocolade, frietjes, bier en de geografische ligging van België. Ze hebben ook het Belgische volkslied ‘De Brabaçonne’ geleerd en de leerlingen hebben in kleine groepjes een brief geschreven naar een leerling uit het zesde leerjaar van mijn Vlaamse stageschool.
Tijdens een les over 'België'.

Een brief schrijven  naar de leerlingen van het zesde leerjaar uit GBS De oogappel te Vrasene (1).

Een brief schrijven  naar de leerlingen van het zesde leerjaar uit GBS De oogappel te Vrasene (2).
Wanneer ik terugkijk naar mijn stageperiode in het vierde leerjaar, dan heb ik een positief gevoel. Ik heb op zelfstandig vlak meer geleerd uit deze stageperiode dan uit de stageperiode in het tweede leerjaar. Dit mede doordat ik veel minder begeleid werd en mijn plan moest trekken. Ik weet nu dat ik een klas alleen kan leiden, want dat is wat ik volgend jaar zal moeten doen, en mijn zelfvertrouwen hierover is gegroeid.  Niet dat ik hierover zulke grote twijfels had, maar ik had voordien nog nooit zoveel en zolang alleen voor de klas gestaan. Dit wil niet zeggen dat ik niet positief terugkijk naar mijn stageperiode in het tweede leerjaar. In het tweede leerjaar lag de focus meer op de aanpassing aan het Surinaamse onderwijssysteem, terwijl in het vierde leerjaar de focus meer lag op het toepassen van de activerende didactiek, die nieuw is voor de plaatselijke leerkrachten.
Aan het einde van deze twee periodes van didactische stage kan ik bijgevolg besluiten dat ik de twee belangrijkste doelen die ik voor ogen had voordat ik naar Suriname kwam, bereikt heb. Namelijk als eerste  ‘een uitwisseling van de cultuur en de visie op onderwijs’  en als tweede ‘het verder ontwikkelen van flexibiliteit en zelfstandigheid in de klas‘. Hierover ben ik dan ook zeer tevreden en ik ben de personen die dit mede mogelijk hebben gemaakt dankbaar.

Juf Chloë en he vierde leerjaar.