dinsdag 29 maart 2011

Oh lieve kleine piranha...

De weken vliegen hier voorbij en ons vijfde weekend in Suriname zit er ook weeral op!
Zaterdag was het schoolwerk-, was- en kuisdag, maar zondag hebben we dit dagje goed gemaakt met een bezoek aan het Brokopondomeer.

Het Brokopondomeer is geen natuurlijk meer. Het is ontstaan door de bouw van een hoge dam in de Surinamerivier. Daardoor liep het gebied achter de dam onder water. De stuwdam, één van de grootste ter wereld, werd gebouwd om aluminiumsmelter ‘Suralco’ van elektriciteit te voorzien voor de verwerking van bauxiet.
Aangezien het destijds te duur was om het regenwoud te kaalkappen, steken nog altijd kale boomtoppen boven het wateroppervlak uit.
Toen het gebied onder water liep nadat de dam klaar was, verdwenen ruim 30 bosnegerdorpen in het water.

De 'verdronken bomen' in het Brokopondomeer (1).
De 'verdronken bomen' in het Brokopondomeer (2).
Brokopondo is ongeveer een uur en half rijden van Paramaribo. Onze taxichauffeur had voorgesteld om ons mee te nemen naar het meer als hij met zijn vrienden zou gaan vissen. We bedankten hem voor het vriendelijke voorstel, maar zeiden dat vissen toch niet zo ons ding is. Toch bleef hij zeggen dat het voor ons veel voordeliger zou zijn, dan met een touroperator en hij was er van overtuigd dat we het zeker tof zouden vinden. We lieten ons dan maar overhalen en zondag om 6u stond ‘de kleine’, onze taxichauffeur, met 2 vrienden en een busje klaar voor onze deur om ons op te pikken.

Nog half slapend vertrok ik met een dubbel gevoel richting Brokopondo. Hopend op mooi weer en een toffe dag, deed ik nog een uur mijn ogen dicht in de auto.
Maar eens aangekomen aan het Brokopondomeer verdronken mijn twijfels al gauw in het heldere water van het prachtige meer met ‘de verdronken bomen’.
De mannen regelden een korjaal en bootsman en met visstokken en onze boterhammen bij de hand waren we varensklaar.

Brokopondo: de vertrekplaats.

Lies en Marijke in de korjaal.

Het Brokopondomeer met Brownserg op de achtergrond.

Over het vissen hadden we toch nog enige twijfels dus we nestelden ons gezellig in de boot een genoten van de stralende ochtendzon (het was immers nog maar 8u ’s morgens).
Pas toen de mannen enkele piranha’s en een mooie groene talipa uit het water hadden gevist, begon het bij ons toch een beetje te kriebelen om het ook eens te proberen. De vreugde was groot toen ik al gauw de eerste piranha uit het water viste. En ook Marijke en Lies visten snel daarna een vis met scherpe tanden op.
Na een 15-tal piranha's vonden we dat het genoeg was geweest en genoten we nog even van de hoogstaande zon en het prachtige meer en tegen de middag keerden we weer huiswaarts.


De bootsman in 'vis-actie'.
Chloë en piranha nummer 1!

Een piranha heeft vooral géén scherpe tanden...
Thuis volgde natuurlijk het minder leuke werk. De mannen zouden de graat uit de vissen halen, maar wij moesten onze vangst zelf kuisen. Ne een gevecht met de  glibberige beesten, zijn ze toch proper en klaar om te bakken in de diepvries geraakt.

's Avonds kropen we doodmoe ons bed in want de dag erna was het weer vroeg opstaan voor een nieuwe lesdag!